Iedereen vindt het erg, maar niemand kan er wat aan doen

30 juni 2007

FATIK vroeg een aantal experts hun licht te laten schijnen over de nieuwe interneringswet . Vanuit verschillende invalshoeken analyseren ze zowel positieve aspecten als pijnpunten.

"Ik zit al 20 maanden in voorarrest. Ik zou opgenomen moeten worden in de psychiatrie. Er zijn drie gesloten instellingen waar ik terechtkan. Maar de Procureur weigert. In de gevangenis kan ik niet genezen. Ik zie de psychiater om de drie weken voor vijf minuten. Hebben wij geen recht op verzorging?"

"Ikzelf ben al 4 jaar geïnterneerd en heb nooit een psychiatrisch onderzoek gehad. In de gevangenis van Gent kwam de dokter één maal tien minuten met me praten. Hij stelde me oppervlakkige vragen over familie, studies, hobby’s, werk,… Aan de hand van dit gesprek werd een verslag opgemaakt en doorgestuurd naar de onderzoeksrechter. Enkele zittingen van de raadkamer later was de internering een feit!"

"Ik functioneer normaal en het is bij momenten akelig (lees griezelig) in een grote zaal te slapen met 36 bedden op een halve meter van elkaar. Geesteszieken, met pillen volgepropt, leeftijden van 18 tot 80 jaar, allen bij elkaar. Vier onder hen zijn helemaal gedesoriënteerd, staan tegen muren en spiegels te praten en lachen plotseling hardop terwijl niets wordt gezegd. Dan stel ik me de vraag 'wie ben ik en wat doe ik hier?'."

"Ik ben ruim 16 jaar geïnterneerd. Vele malen schreef ik uw organisatie aan. Telkens werd geantwoord dat uw organisatie ermee bezig is. Straks is het 2007. Je zou dan denken dat er al verbetering is of zou moeten zijn. Het tegendeel is waar.
Iedereen vindt het erg wat er met mij gebeurt, maar niemand kan er wat aan doen."

Bij de Liga voor Mensenrechten komen heel wat telefoontjes, brieven en e-mails toe met allerhande vragen over uiteenlopende onderwerpen. Het meest aangrijpend, en meteen ook het moeilijkst te beantwoorden, zijn de vragen van geïnterneerden. Sommigen zijn kwaad. De meesten zijn bang, en hebben een hoop vragen waarop niemand hen een duidelijk antwoord geeft. Wanneer kom ik vrij? Wanneer kan ik terug bij mijn kinderen zijn? Ook wij moeten telkens weer met blozende kaken toegeven dat we niet kunnen helpen. We kunnen weinig meer doen dan hun onbegrip delen.

Al zo vele jaren worden de wantoestanden aangeklaagd. België wordt al jarenlang door verschillende internationale instanties op de vingers getikt voor het gebrek aan aangepaste opvang en behandeling van geesteszieke delinquenten. Ook politici beamen dat er verandering moet komen in de schrijnende situatie, maar in de praktijk verandert er voor de geïnterneerden al decennialang niets.

Iedereen is het er inmiddels over eens dat geïnterneerden niet in de gevangenis thuishoren. Toch werd er tot voor kort weinig ijver aan de dag gelegd om de situatie van de geïnterneerden daadwerkelijk te verbeteren. Daar lijkt nu verandering in gekomen. Aan het einde van de legislatuur heeft het parlement op de valreep een nieuwe interneringswet goedgekeurd. Deze wet vervangt de Wet ter bescherming van de maatschappij, die sinds 1964 vrijwel ongewijzigd bleef! Zal deze nieuwe interneringswet soelaas bieden? Wat verandert er precies? Welke gevolgen zal de wet hebben voor de huidige interneringspraktijk?

FATIK vroeg een aantal experts hun licht te laten schijnen over de nieuwe wet. Elk vanuit hun eigen invalshoek geven ze een analyse en stippen ze de positieve aspecten en de pijnpunten aan. Henri Heimans focust in zijn bespreking op de procedurele aspecten van de wet. Max Vandenbroucke brengt ons meer inzicht bij in de terminologie rond ‘geestesstoornissen’ en hoe vanuit de visie van een psychiater de concepten in de nieuwe wet (al dan niet) een vooruitgang betekenen. Walter Van Steenbrugge en Ann De Clercq bekijken de wet vanuit het standpunt van de raadsman. Ze onderwierpen de wet aan een kritische analyse en zochten alvast juridische wegen om gebreken van de wet op te vangen. Van de verwachtingen van de mensen uit de praktijk kan u zich een beeld vormen door het gesprek dat Chris Hermans voerde met twee justitieassistenten. Tot slot zorgden prof. Johan Goethals en Luc Robert voor een kadering en algemene reflectie.

Uit de bijdragen onthouden we over het algemeen een appreciatie voor het nieuwe wetgevende initiatief. Aan de andere kant wijzen de auteurs toch ook op enkele belangrijke tekortkomingen. Uiteraard valt het toe te juichen dat eindelijk de nodige aandacht wordt besteed aan een lang vergeten en verwaarloosde groep. Maar de praktijk zal pas uitwijzen of het de heren en dames politici echt menens is. Want zonder forse investeringen op het vlak van de verzorging, zullen de geïnterneerden – ondanks de nieuwe wet - niet uit de vergeetput klauteren!

Dit themanummer Internering is te bestellen in onze shop.

Deel dit artikel

   

Reageer

Reacties worden gemodereerd. Onaanvaardbare inhoud wordt niet gepubliceerd.